‘Als partners zijn we twee verschillende mensen’
Omgaan met verschillen is een thema waar het in relatietherapie vaak over gaat. Nogal wat stellen die ik begeleid, lopen hier tegenaan. In het begin van je relatie ben je verliefd. Alles is fijn, leuk, nieuw en spannend. In de verliefdheidsfase komen jullie verschillen minder naar voren. Vanuit je verlangen naar het samenzijn wordt er soms ook minder aandacht aan besteed. Stellen hebben lang niet altijd een duidelijk beeld van wat hun relatie zou moeten zijn. Ze gaan automatisch uit van het romantisch ideaal waarbij je helemaal samen bent en er geen verschillen bestaan. Ofwel, het samenvloeiingsmodel.
Opeens zijn er de verschillen
Maar als je in de tweede fase van je relatie bent, komen er doorgaans meer verschillen naar boven. Dat kan best een verrassing zijn, want je hebt al die tijd gedacht dat jullie het vooral eens zijn. Als partners heb je eigenlijk het liefst dezelfde behoeften en verlangens op hetzelfde moment.
Maar elk mens is natuurlijk anders. Verstandelijk weten we ook dat niemand hetzelfde is. Dat is echter de ratio. Veel stellen vinden het best lastig om hun onderlinge verschillen te zien en ermee om te gaan. De nieuwsgierigheid die je in het begin voor elkaar had, waarbij je graag wilt weten wie de ander is, is weggeëbd. Daardoor is de kans dat je er in alle openheid naar vraagt, klein geworden. Jullie verbinding stokt. Als stellen geen zorg besteden aan wat er gebeurt, zal dat effect hebben op de relatie.
Aanpassen aan verschillen
Hoewel stellen natuurlijk allemaal anders reageren, zie ik als gestalttherapeut regelmatig dat partners met hun verschillen omgaan door zich aan te passen. Dit kan bij één of bij beide partners gebeuren, op uiteenlopende manieren. Misschien lijkt het aan de buitenkant alsof het prima met de relatie gaat, want jullie lijken helemaal op één lijn te zitten. Op zich is samenvloeien (confluentie) op momenten geen probleem. Het is juist een aspect van elke mooie relatie. Maar als er altijd een sterke samenvloeiing of aanpassing tussen partners is, is er een zwakke grens tussen ‘ik’ en ‘jij’. Partners durven zichzelf als persoon niet duidelijk te onderscheiden en kunnen moeilijk vanuit hun eigen ideeën, opvattingen of principes handelen. Denk maar aan de stellen die dezelfde jassen dragen en elkaar ‘paps’ en ‘mams’ noemen.
Referentiekader
Het is in een relatie essentieel dat je je als partners realiseert dat je twee verschillende mensen bent. Ieder mens heeft een eigen referentiekader. Dit persoonlijke uitgangspunt, dat je vanaf je vroegste jeugd hebt opgebouwd, bepaalt hoe je over dingen denkt, hoe je zaken ervaart en wat voor gevoelens dit bij je oproept. Je referentiekader, dat veel te maken heeft met je persoonlijke achtergrond, neem je mee in je relatie.
Wij en ik
Als kinderen bijvoorbeeld uit een familiecultuur komen waarbij ze hebben geleerd dat het individuele minder belangrijk is dan het gezin, zullen ze denken dat ze voor het ‘samen’ moeten gaan. Als er thuis weinig ruimte was voor het waarnemen en ontwikkelen van hun eigen behoeftes en verlangens, zijn ze zich als kind misschien erg gaan aanpassen en hebben ze minder bewustzijn ontwikkeld over wat ze zelf graag zouden willen.
Wat gebeurt er in een relatie als de andere partner bijvoorbeeld uit een gezin komt waar juist het individuele voorop stond? Stel dat deze persoon zich op die punten sterker heeft ontwikkeld, weet wat de eigen behoeftes en verlangens zijn en thuis wellicht strategieën heeft geleerd om deze wensen vorm te geven en daar ook echt voor te gaan staan.
De kans is groot dat deze persoon in de relatie vaker de ‘ik’-partner is die weet wat de eigen gevoelens en wensen zijn, van daaruit handelt, ook de woorden heeft om daar uiting aan te geven, en goed voor zichzelf kan zorgen. De ‘wij’-partner is degene die geleerd heeft minder stil te staan bij de eigen behoeftes en meer voor het geheel te zorgen. Als de ‘ik’-partner bijvoorbeeld koffie wil, regelt hij of zij dat voor zichzelf. De ‘wij’-partner zal eerder de ander vragen of deze ook koffie wil, zet zich in voor het geheel. De partners lijken echt samen. Maar de ‘wij’-partner komt zelf te kort.
Druk uitoefenen
Er zijn stellen waarbij een partner veel druk op de ander uitoefent om zich aan te passen en de ander daar ook aan tegemoetkomt. Hun verschillen lijken verdwenen. Er is geen minpool en geen pluspool meer. Het lukt partners niet goed om zich bewust te zijn van hun eigen emoties en die uit te drukken. Ze reageren vooral op elkaars gedrag en gevoelens. Ook onderzoeken ze niet meer waarom de één dit wil en de ander dat wil. Het is de vraag of verschillen eigenlijk nog wel mogen bestaan? Als er een taboe op ligt, kunnen meningsverschillen resulteren in plotselinge emotionele uitbarstingen.
Als een partner per se wil winnen, betekent dat samenwonen met een verliezer die gefrustreerd achterblijft. Deze conflicten kunnen leiden tot kwetsuren. Als deze niet worden verzorgd, kun je als partners afstand en verwijdering ervaren.
Relatietherapie
In relatietherapie onderzoeken we welke ideeën partners hebben over een relatie, en of ze goede voorbeelden kennen. Ook gaan we op zoek naar wie je bent. Centraal staat daarbij dat ieder mens uniek is en een eigen referentiekader heeft. We staan stil bij vragen als: heb je als kind geleerd om vorm te geven aan je verlangens, je behoeften en je ideeën? Ken je jezelf? Durf je jezelf te zijn? Wanneer je je eigen referentiekader beter kent, kun je er meer naar handelen en jezelf zijn. Dat helpt ook om de ander beter te begrijpen.
We staan stil bij omgaan met (menings-)verschillen. Wat heb je hierin geleerd? Hoe ga je als partners met elkaar om? Waar komen de patronen in de relatie vandaan?
Het gaat om het ontdekken van elkaars eigenheid. Je bent tenslotte op elkaar gevallen juist ook vanwege de verschillen. Deze verschillen zullen in jullie relatie blijven bestaan. De vraag is of je erkent dat je allebei anders bent, hoe je hiermee omgaat en dat vormgeeft. Ik noem dat differentiatie. Het betekent dat je leert om jouw waarheid in contact te brengen met de ander. Om op een rustige en onderzoekende manier met elkaar te praten over de verschillen, waarbij je elkaars waarheid erkent, er nieuwsgiering naar bent en samen te zoeken naar hoe je ermee om kunt gaan.
In zijn boek ‘Duurzame liefde’ (1996) schrijft Jürg Willi o.a. dat partners zich juist ontwikkelen door weerstand te ervaren bij de ander. Het accepteren en waarderen van verschillen, zorgt er voor dat je als persoon en partner kunt groeien. Als relatietherapeut help ik stellen om vaardigheden te ontwikkelen en samen dit proces te ervaren om daarmee de basis voor jullie relatie te versterken.